Connect with us

Actueel

Slapen in een Skoda: het moedige verhaal van Jan (74) die al meer dan een jaar leeft zonder thuis

Avatar foto

Published

on

Het is een beeld dat je niet snel vergeet: een oudere man, zittend in de bestuurdersstoel van zijn auto, met dekens over zich heen, radio zachtjes aan. Voor Jan Zuidema (74) is dit inmiddels zijn dagelijkse realiteit. Al meer dan een jaar woont hij in zijn oude Skoda, geparkeerd op een vaste plek in Almelo. Niet omdat hij dat wil, maar omdat het niet anders kan.

Wat begon als een tijdelijke oplossing is uitgegroeid tot een langdurige situatie waarin hoop en doorzettingsvermogen centraal staan. Jans verhaal is er één van verlies, veerkracht én het belang van maatschappelijke steun.


Van werkend leven naar noodgedwongen overleven

Jan heeft altijd hard gewerkt. Jarenlang verdiende hij zijn brood als ijzervlechter. Hij leefde bescheiden, had een huurwoning en genoot van zijn onafhankelijkheid. Maar zoals bij veel mensen op leeftijd, kwamen er gezondheidsproblemen. En met die fysieke klachten kwamen ook sociale en administratieve obstakels.

Toen Jan tijdelijk werd opgenomen in een zorginstelling, leek dat een veilige tussenoplossing. Maar het pakte anders uit. De instelling bleek niet de juiste plek voor hem. Er ontstonden spanningen, en Jan voelde zich steeds minder thuis. Hij vertrok, met de hoop elders opnieuw te kunnen beginnen. Alleen: die plek kwam er niet. En dus verhuisde hij naar het enige wat hij nog had – zijn auto.


Zijn auto als enige veilige haven

In zijn Skoda heeft Jan inmiddels een routine opgebouwd. Hij parkeert vaak op een rustige plek in de buurt van een begraafplaats. Daar voelt hij zich veilig, minder zichtbaar, en – hopelijk – met rust gelaten. De auto is zijn slaapkamer, woonkamer én schuilplaats geworden.

Slapen op de voorstoelen is zwaar. Zeker voor iemand van zijn leeftijd. De beperkte ruimte en het gebrek aan comfort zorgen voor stijve spieren, rugpijn en een voortdurend gevoel van vermoeidheid. In de winter zijn de nachten ijskoud, en in de zomer is het benauwd. Maar Jan zet door. Iedere ochtend vouwt hij zijn dekens op, zet de stoel rechtop, en begint aan een nieuwe dag.


De mentale belasting is nog zwaarder

Hoewel het lichamelijke ongemak groot is, weegt de eenzaamheid zwaarder. Jan mist het gevoel van een eigen plek. Een plek waar je je jas aan een kapstok hangt, waar je een kopje koffie kunt zetten en rustig televisie kunt kijken. Het ontbreken van een thuis tast zijn gevoel van eigenwaarde aan.

Toch houdt hij moed. Hij spreekt met enige regelmaat hulpverleners die maaltijden brengen of hem begeleiden in zijn zoektocht naar woonruimte. Maar de wachttijden zijn lang. En dat maakt het moeilijk om te blijven hopen op verbetering.


Overleven met weinig middelen

Jan ontvangt een bescheiden uitkering. Daarmee redt hij het nét. Hij koopt wat hij nodig heeft: brood, beleg, benzine. Voor luxe is geen ruimte. Hij leeft sober, maar waardig. Zijn dagen brengt hij grotendeels door met wandelen, radio luisteren en af en toe een praatje met voorbijgangers.

Voor sanitaire voorzieningen is hij afhankelijk van openbare gebouwen, zoals bibliotheken of sporthallen. Douchen kan soms via een lokale hulporganisatie, maar het blijft behelpen.

Zijn grote wens? Een kleine, rustige woning waar hij zich weer mens kan voelen. Gewoon een keuken, een toilet, een bed. Meer hoeft het niet te zijn.


Hoe kon dit gebeuren?

Jans verhaal is schrijnend, maar niet uniek. In Nederland groeit het aantal ouderen dat dak- of thuisloos raakt. Vaak niet door één grote fout, maar door een opeenstapeling van omstandigheden.

Gezondheidsproblemen, bureaucratische procedures, gebrek aan familie of netwerk: het zijn factoren die ervoor zorgen dat iemand die altijd zelfstandig leefde, ineens nergens meer terecht kan.

In het geval van Jan was het vertrek uit de zorginstelling het begin van een neerwaartse spiraal. Omdat er geen alternatieve woonvorm beschikbaar was, belandde hij letterlijk op straat. En omdat zijn situatie niet extreem zichtbaar is – hij slaapt immers niet onder een brug – duurt het langer voordat hulporganisaties kunnen ingrijpen.


Ouderen in kwetsbare situaties

Voor ouderen zoals Jan is dakloosheid extra zwaar. Fysiek zijn ze kwetsbaarder, en geestelijk eist het leven op straat een grotere tol. Er is geen ruimte om tot rust te komen, geen privacy, en geen veiligheid.

De gevolgen van langdurig in een auto of op straat leven zijn ingrijpend:

  • Chronische gezondheidsklachten, zoals rug- en spierpijn

  • Verhoogde stress, wat het immuunsysteem verzwakt

  • Sociaal isolement, wat gevoelens van depressie versterkt

  • Gebrek aan toegang tot medische zorg, wat problemen verergert

Dat alles maakt het moeilijker om weer op eigen kracht uit deze situatie te komen.


De noodzaak van structurele oplossingen

Jans situatie laat zien dat er meer nodig is dan tijdelijke hulp. Er is behoefte aan structurele veranderingen in hoe we omgaan met ouderen in kwetsbare situaties. Enkele mogelijke stappen:

  • Versnellen van toewijzing sociale huurwoningen, zeker voor 65-plussers zonder thuis

  • Beter maatwerk binnen zorginstellingen, zodat mensen zoals Jan niet tussen wal en schip vallen

  • Vroegtijdige signalering door gemeenten en zorginstanties

  • Kleinschalige woonprojecten, gericht op ouderen die zelfstandig willen wonen met lichte ondersteuning

Dergelijke initiatieven bestaan al, maar zijn nog niet wijdverspreid genoeg.


Hoopvol blijven, ondanks alles

Wat indruk maakt aan Jan, is zijn positiviteit. Ondanks alles probeert hij hoop te houden. Hij is dankbaar voor kleine dingen: een warme maaltijd, een vriendelijk gesprek, een dag zonder regen.

Hij weet dat er mensen zijn die om hem geven. Medewerkers van lokale organisaties, vrijwilligers, hulpverleners – ze zorgen ervoor dat hij zich niet helemaal alleen voelt. En zolang hij op de wachtlijst blijft staan, houdt hij het perspectief op verbetering vast.


Een boodschap voor ons allemaal

Het verhaal van Jan raakt, omdat het ons confronteert met een realiteit die dichtbij komt. Jan is geen onbekende, geen abstract figuur – hij is een man die jarenlang werkte, belasting betaalde, en zijn leven op orde had. En toch woont hij nu in een auto.

Het kan iedereen overkomen. Daarom is het belangrijk dat we als samenleving nadenken over hoe we omgaan met kwetsbare groepen. Niet pas als het te laat is, maar juist preventief. Door tijdig in te grijpen, door maatwerk te bieden, en door vooral de mens achter het verhaal te blijven zien.


Conclusie: Jan verdient beter – en hij is niet de enige

Jan Zuidema is één van de vele ouderen in Nederland die tussen de mazen van het net zijn gevallen. Zijn verhaal is pijnlijk, maar ook inspirerend. Het toont hoe sterk mensen kunnen zijn, zelfs in de moeilijkste omstandigheden.

Maar veerkracht mag nooit een vereiste zijn om gewoon te kunnen wonen. Een veilige plek om te slapen zou geen luxe moeten zijn, maar een basisrecht.

De hoop is dat Jan binnenkort die plek vindt – een woning waar hij weer ademruimte heeft, rust kan vinden, en zich opnieuw thuis mag voelen. Tot die tijd blijft hij vechten, nacht na nacht, in zijn trouwe Skoda.

Actueel

Nieuwe inzichten over bescherming na vaccinatie: wat onderzoek naar AstraZeneca onthult over de neusimmuniteit

Avatar foto

Published

on

Voor veel mensen betekende vaccinatie tegen het coronavirus een belangrijke stap richting bescherming en gemoedsrust. Toch komen er voortdurend nieuwe wetenschappelijke inzichten bij die ons helpen om die bescherming beter te begrijpen en eventueel bij te stellen. Een recente studie van het Universitair Ziekenhuis Gent richt zich specifiek op de rol van neusimmuniteit, en daaruit blijkt een opmerkelijk verschil tussen vaccins.

In het bijzonder komt het AstraZeneca-vaccin minder krachtig naar voren dan bijvoorbeeld het Pfizer-vaccin als het gaat om de opbouw van antistoffen in het neusslijmvlies. Dat roept vragen op, zeker nu het virus in de samenleving blijft circuleren en nieuwe varianten de kop opsteken.


Waarom juist de neus zo belangrijk is

Het coronavirus verspreidt zich hoofdzakelijk via de luchtwegen. De neus is daarbij het eerste contactpunt, de frontlinie van ons immuunsysteem. Als het virus daar wordt herkend en geneutraliseerd door antistoffen, kan verdere besmetting en verspreiding vaak worden voorkomen.

Het UZ Gent onderzocht specifiek de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen in de neus na vaccinatie. Dit type afweerstoffen speelt een cruciale rol bij het blokkeren van de eerste stap in het infectieproces: de hechting van het virus aan de cellen in het neusslijmvlies.

Volgens prof. dr. Philippe Gevaert, specialist neus-keel-oorheelkunde, kan bescherming in de neus cruciaal zijn in de strijd tegen luchtweginfecties. “Als de immuniteit lokaal sterk is, vormt dat een belangrijke barrière,” zegt hij. “Het is de eerste verdedigingslinie tegen infectie en transmissie.”


Het onderzoek: Pfizer versus AstraZeneca

In de studie werden gevaccineerde proefpersonen vergeleken op basis van hun opgebouwde antistoffen in het neusslijmvlies. De resultaten toonden een duidelijk verschil aan tussen mensen die het Pfizer-vaccin kregen en zij die gevaccineerd werden met AstraZeneca.

Bij proefpersonen die het Pfizer-vaccin ontvingen, had 96 procent meetbare antistoffen in de neus. Bij de AstraZeneca-groep lag dat percentage veel lager, namelijk op 59 procent.

Maar het ging niet alleen om de hoeveelheid antistoffen. Ook de kwaliteit van deze afweerstoffen bleek verschillend. “De antistoffen opgewekt door het Pfizer-vaccin vertoonden een sterkere neutraliserende werking op het spike-eiwit van het virus,” aldus de onderzoekers. Dat spike-eiwit is cruciaal voor het binnendringen van het virus in de menselijke cel.


Eerdere besmetting biedt geen extra voordeel in de neus

Opmerkelijk is dat het doormaken van een eerdere coronabesmetting geen merkbare extra bescherming bood in de neus. Zelfs personen die eerst besmet raakten en daarna een vaccin kregen, toonden geen verhoogde neusimmuniteit ten opzichte van gevaccineerden zonder infectiegeschiedenis.

Dat onderstreept volgens de onderzoekers dat vooral het type vaccin bepalend is voor de opbouw van lokale immuniteit in de slijmvliezen. En die lokale immuniteit is volgens steeds meer wetenschappers belangrijker dan tot nu toe werd gedacht.


Waarom dit inzicht ertoe doet

In de beginfase van de pandemie lag de focus vooral op het voorkomen van ernstige ziekte en ziekenhuisopnames, en daarin hebben vrijwel alle goedgekeurde vaccins hun waarde bewezen. Maar met de komst van nieuwe virusvarianten – die zich vaak sneller verspreiden – komt de nadruk steeds meer te liggen op het voorkómen van infectie en transmissie. En daar speelt de neus een sleutelrol in.

Als antistoffen al in het neusslijmvlies aanwezig zijn, wordt de kans dat het virus zich verspreidt naar de rest van het lichaam kleiner. Tegelijkertijd wordt ook de overdracht naar anderen bemoeilijkt. Dat maakt neusimmuniteit niet alleen persoonlijk relevant, maar ook op maatschappelijk niveau.


UZ Gent pleit voor vervolgonderzoek

De wetenschappers achter de studie benadrukken dat deze resultaten een eerste stap zijn. Ze pleiten voor verder onderzoek naar de verschillen in lokale immuniteitsopbouw tussen vaccins. Daarbij zou ook moeten worden gekeken naar nieuwe vormen van vaccinatie, zoals neussprays of mucosale vaccins, die rechtstreeks inspelen op de eerste verdedigingslinie van het lichaam.

“Dit is geen reden tot paniek,” zegt prof. Gevaert, “maar wel een moment van heroverweging. We moeten blijven leren van wat het immuunsysteem ons laat zien.”


Wat betekent dit voor mensen met AstraZeneca?

Voor mensen die zijn gevaccineerd met AstraZeneca betekent deze studie niet dat hun vaccin waardeloos is. Integendeel: het AstraZeneca-vaccin biedt nog steeds een goede bescherming tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname – wat altijd de prioriteit is geweest in de volksgezondheid.

Wel kan het zijn dat de bescherming tegen milde infecties of transmissie iets minder krachtig is, vooral in de neus. In dat licht kan het voor sommige mensen zinvol zijn om, in overleg met een arts, te kiezen voor een booster met een ander type vaccin dat mogelijk een breder immunologisch profiel biedt.


Moeten mensen zich zorgen maken?

Zorg is niet per se nodig, maar bewustzijn wél. De wetenschappelijke inzichten veranderen voortdurend, en het is belangrijk dat burgers goed geïnformeerd blijven. Vaccinatie is geen absolute garantie, maar een middel om risico’s sterk te verlagen.

De keuze voor een bepaald vaccin was voor velen destijds niet persoonlijk, maar afhankelijk van beschikbaarheid. Dat maakt het des te belangrijker dat nieuw onderzoek leidt tot eerlijke, transparante communicatie én flexibele strategieën.


Toekomstige varianten vragen om extra aandacht

De onderzoekers wijzen erop dat toekomstige virusvarianten mogelijk andere eigenschappen hebben die het immuunsysteem op nieuwe manieren uitdagen. Daarbij zou lokale bescherming – zoals antistoffen in de neus – een nog belangrijkere rol kunnen spelen.

Daarom wordt er internationaal al geëxperimenteerd met inhalatievaccins, neusdruppels en andere vormen van toediening die gericht zijn op het slijmvlies. Deze innovaties zouden in de toekomst een aanvulling kunnen zijn op de bestaande vaccinstrategie.


Eén vaccin, meerdere effecten

Het onderzoek onderstreept ook hoe verschillend vaccins kunnen werken, zelfs als ze allemaal als ‘veilig en effectief’ zijn goedgekeurd. Pfizer en AstraZeneca zijn beide waardevolle middelen in de strijd tegen COVID-19, maar richten zich mogelijk op verschillende aspecten van het immuunsysteem.

Waar het AstraZeneca-vaccin vooral een sterke respons in het bloed opwekt, lijkt Pfizer ook krachtiger te zijn in het activeren van de lokale slijmvliesimmuniteit. Die kennis kan van belang zijn voor toekomstige keuzes bij boosters of nieuwe vaccinatiestrategieën.


Conclusie: wetenschap blijft evolueren – en dat is goed

De studie van het Universitair Ziekenhuis Gent biedt belangrijke inzichten die helpen bij het verfijnen van onze aanpak tegen het coronavirus. Het roept op tot verdere studie, nuance in communicatie en – waar nodig – bijstelling van strategieën.

Voor mensen die met AstraZeneca zijn gevaccineerd, is er geen reden tot paniek. Het vaccin blijft waardevol. Wel kunnen deze inzichten aanleiding zijn om met de huisarts of GGD te spreken over vervolgstappen, zoals boosters of aanvullende bescherming.

De kernboodschap: niet elk vaccin werkt op dezelfde manier, en daar moeten we ons bewust van blijven. Wetenschap is geen statisch geheel, maar een voortdurend proces van bijstellen, verbeteren en vooruitkijken. En dat is precies wat nodig is om met vertrouwen naar de toekomst te kijken.


Blijf op de hoogte van het laatste gezondheidsnieuws en nieuwe inzichten over vaccins, bescherming en publieke gezondheid – schrijf je in voor onze nieuwsbrief of volg ons op social media.

Continue Reading

Trending

  • Actueel2 weken ago

    Familie neemt in alle rust afscheid van Jonnie Boer: “We gaan je missen, pap”

  • Actueel2 weken ago

    Isabelle Boer deelt bijzondere jeugdfoto’s van haar vader Jonnie Boer: “Dit zijn de momenten die blijven”

  • Actueel1 maand ago

    Broer van bekende Nederlandse zanger komt om bij zwaar ongeluk op de weg

  • Actueel2 maanden ago

    Jutta Leerdam stapt in ijsbad en laat per ongeluk een beetje teveel zien!

  • Actueel3 weken ago

    Martijn Krabbé deelt aangrijpend nieuws: “We staan er samen sterk voor”

  • Actueel2 weken ago

    Jimmie Boer bedankt iedereen voor warme steun tijdens eerbetoon aan zijn vader Jonnie Boer

  • Actueel2 maanden ago

    Onze gedachten zijn bij prinses Beatrix (87)

  • Actueel2 maanden ago

    Bizar: Zo zag deze getatoeëerde vrouw er vóór haar tattoos uit!!